from KBC (EBR:KBC)
KBC Groep: Resultaat derde kwartaal van 1 002 miljoen euro
Persbericht
Buiten beurstijd - Gereglementeerde informatie*
Brussel, 13 November 2025 (07.00 CET)
KBC Groep: Resultaat derde kwartaal van 1 002 miljoen euro
KBC Groep – overzicht (geconsolideerd, IFRS) 3KW2025 2KW2025 3KW2024 9M2025 9M2024
Nettoresultaat (in miljoenen euro) | 1 002 | 1 018 | 868 | 2 566 | 2 300 |
Gewone winst per aandeel (in euro) | 2,44 | 2,50 | 2,14 | 6,26 | 5,58 |
Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro) België Tsjechië |
|
| |||
589 | 607 | 598 | 1 477 | 1 359 | |
244 | 240 | 179 | 691 | 620 | |
Internationale Markten | 237 | 237 | 205 | 609 | 576 |
Groepscenter Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode) | -68 | -65 | -114 | -211 | -255 |
60,8 | 58,9 | 54,1 | 60,8 | 54,1 |
"We boekten een uitstekende nettowinst van 1 002 miljoen euro in het derde kwartaal van 2025. Vergeleken met het vorige kwartaal profiteerden onze totale opbrengsten van een stijging van de nettorente-inkomsten, verzekeringsinkomsten en nettoprovisie-inkomsten, terwijl het trading- en reëlewaarderesultaat, de overige netto-inkomsten en de dividendinkomsten (na de seizoenspiek in het tweede kwartaal) daalden. Onze kredietportefeuille bleef groeien en steeg met 2% kwartaal-op-kwartaal en 8% op jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse kantoren van KBC Bank buiten beschouwing laten, bleven de klantendeposito's stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal en stegen ze met 3% jaar-op-jaar. De exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen stegen marginaal, en bleven perfect binnen onze verwachtingen. De lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering stegen ook, maar de waardeverminderingen op kredieten daalden aanzienlijk, wat leidde tot een zeer gunstige kredietkostenratio van slechts 12 basispunten voor de eerste negen maanden van 2025 (13 basispunten als we de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden buiten beschouwing laten). Als we de resultaten van de eerste drie kwartalen van het jaar optellen, komt onze year-to-date nettowinst uit op 2 566 miljoen euro, een stijging van 12% ten opzichte van een jaar eerder.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, met een unfloored fully loaded common equity ratio volgens Bazel IV van 14,9% eind september 2025. Onze liquiditeitspositie bleef ook erg solide, zoals blijkt uit een LCR van 158% en een NSFR van 134%. In overeenstemming met ons dividendbeleid betaalden we op 7 november 2025 een interim-dividend van 1 euro per aandeel als voorschot op het totale dividend over 2025. We hebben daarnaast onze verwachtingen voor heel 2025 inzake nettorente-inkomsten verder verhoogd naar ten minste 5,95 miljard euro (tegenover 5,85 miljard euro zoals gepubliceerd in het vorige kwartaal), en voor de groei van de totale opbrengsten naar ten minste 7,5% (tegenover 7,0%).
We blijven vooroplopen op het gebied van digitale innovatie. Kate, onze AI-gestuurde persoonlijke digitale assistent, werd recent verder geüpgraded om nog natuurlijkere en intuïtievere conversaties te kunnen voeren, wat de autonomie en het gebruik door klanten verder zal stimuleren. Kate lost nu zelfstandig zeven van de tien vragen van klanten op in onze kernmarkten. En met ons vernieuwde Kate Coin-programma is het nu nog makkelijker voor klanten om Kate Coins te verdienen en te gebruiken. Zo kunnen klanten onder andere Kate Coins verdienen bij de ene partner en ze gebruiken bij een andere partner. Daarnaast werken we samen met acht Europese banken aan de ontwikkeling van een MiCAR-conforme euro stablecoin, die stabiliteit brengt in de snel evoluerende wereld van crypto en tokenisatie.
We krijgen regelmatig externe erkenning voor onze innovatieve aanpak en we zijn er bijzonder trots op dat het onafhankelijke internationale onderzoeksbureau Sia KBC Mobile opnieuw heeft uitgeroepen tot de beste mobilebankingapp ter wereld. KBC heeft deze prestigieuze titel nu drie keer gewonnen: in 2021, 2024 en 2025.
Verder hebben we onlangs een akkoord bereikt over de overname van Business Lease in Tsjechië en Slowakije, voor een totaalbedrag van 72 miljoen euro. Dankzij deze transactie kan KBC zijn leasingactiviteiten in Centraal-Europa aanzienlijk uitbreiden en zijn marktpositie in beide landen versterken. De transactie zal een verwaarloosbaar effect hebben op onze kapitaalpositie en moet nog worden goedgekeurd door de bevoegde antitrustautoriteiten. Ze zal naar verwachting worden afgerond in het eerste kwartaal van 2026.
Ik wil graag al onze medewerkers oprecht bedanken voor hun bijdrage aan het voortdurende succes van onze groep. Ik wil ook al onze klanten, aandeelhouders en andere stakeholders bedanken voor hun vertrouwen en steun, en hen verzekeren dat we ons blijven inzetten om de referentie te zijn in bankverzekeren en innovatie in al onze thuismarkten."
Johan Thijs, Chief Executive Officer
Financiële hoofdlijnen van het derde kwartaal van 2025
• De nettorente-inkomsten stegen met 1% kwartaal-op-kwartaal en met 10% jaarop-jaar. De nettorentemarge voor het derde kwartaal van 2025 bedroeg 2,05%, een daling met 3 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal en met 4 basispunten jaar-op-jaar. De kredietvolumes stegen met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 8% jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse kantoren van KBC Bank buiten beschouwing laten, bleven de klantendeposito's stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal en stegen ze met 3% jaar-op-jaar.
• Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 142 miljoen euro, een daling ten opzichte van de 166 miljoen euro van het vorige kwartaal en een aanzienlijke stijging ten opzichte van de lage 81 miljoen euro in hetzelfde kwartaal vorig jaar (dat werd beïnvloed door de storm Boris in CentraalEuropa). Het verzekeringstechnisch resultaat voor het beschouwde kwartaal bestaat uit 87 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 55 miljoen euro voor levensverzekeringen. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor de eerste negen maanden van 2025 kwam uit op een uitstekende 87%, tegenover 90% voor het boekjaar 2024. De verkoop van schadeverzekeringsproducten steeg met 8% jaar-op-jaar, terwijl de verkoop van levensverzekeringen met 29% steeg ten opzichte van het vorige kwartaal en met 7% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar.
• De nettoprovisie-inkomsten stegen met 6% ten opzichte van het vorige kwartaal en met 10% ten opzichte van een jaar geleden, in beide gevallen door hogere vergoedingen uit vermogensbeheeractiviteiten en voor bankdiensten.
•
Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten daalden met 29 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal en met 20 miljoen euro ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. De overige netto-inkomen lagen net iets lager dan normaal. De dividendinkomsten daalden ten opzichte van het vorige kwartaal, omdat het grootste deel van de dividendinkomsten traditioneel in het tweede kwartaal wordt ontvangen.
• De exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen stegen met 2% kwartaal-op-kwartaal en met slechts 1% op jaar-op-jaar. De bank- en verzekeringsheffingen stegen met 23 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal en lagen in de lijn van het cijfer van een jaar geleden. De kosteninkomstenratio voor de eerste negen maanden van 2025 bedroeg 45%, tegenover 47% voor heel 2024. Bij die berekening zijn bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing gelaten en zijn de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar gespreid. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 41% voor de eerste negen maanden van 2025, tegenover 43% voor heel 2024.
• De waardeverminderingen op kredieten bedroegen 45 miljoen euro, heel wat lager dan de 116 miljoen euro die in het vorige kwartaal werd geboekt en de 61 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. Het cijfer voor het verslagkwartaal omvat een stijging van 55 miljoen euro voor de kredietportefeuille (tegenover 76 miljoen euro in het vorige kwartaal) en een terugname van 9 miljoen euro uit de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden (tegenover een stijging van 40 miljoen euro in het vorige kwartaal). De kredietkostenratio voor de eerste negen maanden van 2025 bedroeg 0,12%, tegenover 0,10% voor heel 2024.
• Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures bedroeg slechts 2 miljoen euro in het verslagkwartaal, ongeveer het niveau van het vorige kwartaal. In het derde kwartaal van vorig jaar omvatte dat echter een eenmalige winst van 79 miljoen euro (met betrekking tot Isabel NV).
• Onze liquiditeitspositie bleef sterk met een LCR van 158% en NSFR van 134%. Onze kapitaalbasis bleef stevig, met een unfloored fully loaded common equity ratio van 14,9%*.
* Voor de fully loaded common equity ratio vanaf 1KW2025 focust KBC op de zogenaamde ‘unfloored’ fully loaded common equity ratio, die rekening houdt met de totale impact op risicogewogen activa van Bazel IV zonder de output floor impact.
Overzicht van resultaten en balans
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening, IFRS, KBC Groep (vereenvoudigd; in miljoenen euro) 3KW2025 2KW2025 1KW2025 4KW2024 3KW2024 9M2025 9M2024
Nettorente-inkomsten | 1 527 | 1 509 | 1 421 | 1 433 | 1 394 | 4 457 | 4 141 | ||
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 810 | 788 | 773 | 764 | 740 | 2 372 | 2 181 | ||
Niet-leven | 688 | 667 | 648 | 640 | 631 | 2 004 | 1 842 | ||
Leven Dividendinkomsten | 122 | 121 | 125 9 | 124 13 | 109 11 | 368 | 339 44 | ||
12 | 33 | 54 | |||||||
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -62 | -34 | -45 | -74 | -42 | -141 | -94 | ||
Nettoprovisie-inkomsten | 707 | 667 | 690 | 700 | 641 | 2 064 | 1 878 | ||
Overige netto-inkomsten | 47 | 77 | 67 | 27 | 45 | 191 | 154 | ||
Totale opbrengsten | 3 041 | 3 041 | 2 915 | 2 863 | 2 787 | 8 997 | 8 303 | ||
Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten) | -1 055 | -1 020 | -1 498 | -1 126 | -1 058 | -3 573 | -3 440 | ||
Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen | -1 143 | -1 125 | -1 106 | -1 201 | -1 135 | -3 375 | -3 272 | ||
Totale bank- en verzekeringsheffingen Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten | -49 | -27 | -539 148 | -55 131 | -47 124 | -615 | -568 401 | ||
138 | 132 | 417 | |||||||
Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | -643 | -608 | -622 | -635 | -688 | -1 874 | -1 840 | ||
Waarvan betaalde verzekeringsprovisies | -109 | -105 | -102 | -103 | -99 | -315 | -280 | ||
Niet-leven | -578 | -541 | -543 | -561 | -615 | -1 662 | -1 618 | ||
Leven | -66 | -67 | -79 | -74 | -72 | -212 | -221 | ||
Nettoresultaat afgestane herverzekering | -25 | -15 | -9 | -4 | 28 | -49 | -13 | ||
Bijzondere waardeverminderingen | -51 | -124 | -38 | -78 | -69 | -213 | -170 | ||
waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income1 | -45 | -116 | -38 | -50 | -61 | -200 | -149 | ||
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures | 2 | 1 | 0 | -1 | 78 | 4 | 80 | ||
Resultaat vóór belastingen | 1 269 | 1 275 | 747 | 1 020 | 1 079 | 3 291 | 2 922 | ||
Belastingen | -267 | -257 | -202 | 96 | -211 | -725 | -623 | ||
Resultaat na belastingen | 1 003 | 1 018 | 546 | 1 115 | 868 | 2 567 | 2 299 | ||
toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | -1 | ||
toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 002 | 1 018 | 546 | 1 116 | 868 | 2 566 | 2 300 | ||
Gewone winst per aandeel (in euro) | 2,44 | 2,50 | 1,32 | 2,75 | 2,14 | 6,26 | 5,58 | ||
Verwaterde winst per aandeel (in euro) 2,44 2,50 1,32 2,75 2,14 6,26 5,58
Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS, KBC Groep (in miljoenen euro) 30-09-2025 30-06-2025 31-03-2025 31-12-2024 30-09-2024
Balanstotaal | 383 338 | 390 669 | 380 313 | 373 048 | 353 261 |
Leningen en voorschotten aan klanten | 206 113 | 202 031 | 197 326 | 192 067 | 188 623 |
Effecten (eigen vermogen- en schuldinstrumenten) | 85 310 | 85 490 | 84 419 | 80 339 | 75 929 |
Deposito’s van klanten | 232 462 | 236 626 | 231 022 | 228 747 | 221 851 |
Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 17 152 | 17 022 | 16 912 | 17 111 | 17 012 |
Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 16 433 | 15 757 | 15 631 | 15 671 | 15 193 |
Totaal eigen vermogen | 27 019 | 26 229 | 25 191 | 24 311 | 23 300 |
Selectie van ratio’s, KBC Groep (geconsolideerd) 9M2025 FY2024
Rendement op eigen vermogen2 | 15% | 14% |
Kosten-inkomstenratio, groep - excl. bepaalde niet-operationele posten en bij gelijke spreiding van de bank- en verzekeringsheffingen over het jaar - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen | 45% 41% | 47% 43% |
Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 87% | 90% |
Common equity ratio (CET1), fully loaded (Bazel IV vanaf 2025, Danish Compromise, unfloored3) | 14,9% | 15,0% |
Kredietkostenratio4 | 0,12% | 0,10% |
Ratio impaired kredieten | 1,8% | 2,0% |
waarvan impaired kredieten > 90 dagen achterstallig Net stable funding ratio (NSFR) | 1,0% | 1,0% 139% |
134% | ||
Liquidity coverage ratio (LCR) | 158% | 158% |
1 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.
2 Als de niet-operationele elementen worden uitgesloten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijk worden gespreid over het jaar.
3 Voor de fully loaded common equity ratio vanaf 1KW2025 focust KBC op de zogenaamde ‘unfloored’ fully loaded common equity ratio, die rekening houdt met de totale impact op risicogewogen activa van Bazel IV zonder de output floor impact.
4 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (positieve resultaatsimpact).
Analyse van het kwartaal (3KW2025)
Totale opbrengsten: 3 041 miljoen euro
stabiel kwartaal-op-kwartaal en +9% jaar-op-jaar
De nettorente-inkomsten bedroegen 1 527 miljoen euro, een stijging van 1% tegenover het vorige kwartaal en van 10% ten opzichte van vorig jaar. De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal was voornamelijk toe te schrijven aan een hoger resultaat uit commerciële transformatie, hogere inkomsten uit kredietverlening (voornamelijk volumegedreven, gedeeltelijk tenietgedaan door druk op de kredietmarges in sommige kernlanden), hogere renteinkomsten uit dealingroomactiviteiten en uit kortlopende cashmanagementactiviteiten, lagere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken, lagere achtergestelde financieringskosten en het hogere aantal dagen in de verslagperiode. Deze posten werden deels gecompenseerd door lagere nettorenteinkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties en lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten (verschuiving van termijndeposito's naar spaarrekeningen).
De stijging ten opzichte van vorig jaar was voornamelijk te danken aan een veel hoger resultaat uit commerciële transformatie, hogere inkomsten uit kredietverlening, lagere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken, hogere rente-inkomsten uit dealingroomactiviteiten en lagere achtergestelde financieringskosten. Deze posten werden deels gecompenseerd door veel lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten.
De nettorentemarge bedroeg 2,05% in het verslagkwartaal, een daling van 3 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal en van 4 basispunten jaar-op-jaar (de toename van de rentedragende activa werd slechts gedeeltelijk gecompenseerd door hogere nettorente-inkomsten). Het volume van klantenkredieten bedroeg 206 miljard euro en steeg met 2% kwartaal-op-kwartaal en 8% jaar-op-jaar, met groei in elk kernland. De klantendeposito's bedroegen 232 miljard euro en zijn – op het eerste gezicht – 2% gedaald kwartaal-op-kwartaal en 3% gestegen jaar-op-jaar. Maar als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse kantoren van KBC Bank buiten beschouwing laten (die een gevolg zijn van cashmanagementopportuniteiten op korte termijn), bleven de klantendeposito's stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal en stegen ze met 3% jaar-op-jaar. In de bovenstaande groeicijfers zijn de wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten.
Voor een indicatie van de verwachte nettorente-inkomsten in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 142 miljoen euro en bestaat uit 87 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 55 miljoen euro voor levensverzekeringen.
Het resultaat uit hoofde van schadeverzekeringsdiensten daalde met 23% kwartaal-op-kwartaal, doordat hogere verzekeringsinkomsten teniet werden gedaan door hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten (hogere claims) en een slechter herverzekeringsresultaat. Het is echter bijna twee keer zo hoog als een jaar geleden door hogere verzekeringsinkomsten in combinatie met lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten (omdat het referentiekwartaal was beïnvloed door hoge claims als gevolg van stormen en overstromingen, waaronder de storm Boris in Centraal-Europa), deels gecompenseerd door een lager herverzekeringsresultaat (ook deels gerelateerd aan de stormen en overstromingen in hetzelfde kwartaal vorige jaar). Het resultaat uit hoofde van levensverzekeringsdiensten steeg met 4% kwartaal-op-kwartaal en met 54% jaar-op-jaar, in beide gevallen door hogere verzekeringsinkomsten en lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten.
De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen kwam uit op een uitstekende 87% voor de eerste negen maanden van 2025, tegenover 90% voor het boekjaar 2024. De verkoop van schadeverzekeringen kwam uit op 653 miljoen, 8% meer dan een jaar geleden, met groei in alle landen en alle belangrijke verzekeringstakken. De verkoop van levensverzekeringsproducten bedroeg 843 miljoen euro. Dat is een stijging met 29% ten opzichte van het vorige kwartaal (dankzij een hogere verkoop van tak 23-verzekeringsproducten en, in mindere mate, een hogere verkoop van tak 21-producten, deels tenietgedaan door een lagere verkoop van hybride producten) en met 7% ten opzichte van een jaar geleden (stijgingen in tak 21-, tak 23- en hybride producten). In totaal bedroeg het aandeel van tak 21- en tak 23-producten in onze verkoop van levensverzekeringen in het afgelopen kwartaal respectievelijk 43% en 50%, waarbij de rest bestond uit hybride producten (voornamelijk in België en Tsjechië).
Voor een indicatie van de verwachte verzekeringsinkomsten en de gecombineerde ratio in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 707 miljoen euro, dat is een stijging van 6% kwartaal-op-kwartaal en van 10% jaar-op-jaar. In beide gevallen was de stijging voornamelijk te danken aan de vergoedingen voor vermogensbeheeractiviteiten (deels als gevolg van een hogere gemiddeld beheerd vermogen, dankzij het herstel na de terugval van de markt in april) en vergoedingen voor bankdiensten (voornamelijk hogere vergoedingen voor betalingsdiensten, effectendiensten en netwerkinkomsten).
Eind september 2025 bedroeg ons totale beheerde vermogen 292 miljard euro, een stijging van 4% kwartaal-opkwartaal dankzij een positieve marktprestatie tijdens het kwartaal (+ 3 procentpunten) in combinatie met de positieve invloed van de netto-instroom (+ 1 procentpunt). Het beheerde vermogen steeg met 8% jaar-op-jaar, waarbij de netto-instroom goed was voor 4 procentpunten en de positieve marktprestatie tijdens de afgelopen 12 maanden voor nog eens 4 procentpunten.
Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten bedroegen - 62 miljoen euro, een daling van 29 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal en van 20 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar, wat in beide gevallen deels te wijten is aan een lager dealingroomresultaat en een negatieve verandering in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer, deels gecompenseerd door positieve marktwaardeaanpassingen (xVA).
De resterende andere inkomsten omvatten 12 miljoen euro dividendinkomsten, aanzienlijk lager dan in het vorige kwartaal, omdat het grootste deel van de dividendinkomsten traditioneel in het tweede kwartaal wordt ontvangen, en 47 miljoen euro overige netto-inkomsten, slechts iets minder dan de normale 50 miljoen euro run rate.
Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen: 1 143 miljoen euro
+2% kwartaal-op-kwartaal en +1% jaar-op-jaar
De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 1 143 miljoen euro in het derde kwartaal van 2025, een stijging van 2% ten opzichte van het vorige kwartaal (of 1% als we de wisselkoerseffecten buiten beschouwing laten) en van 1% ten opzichte van een jaar geleden (stabiel als we de wisselkoerseffecten buiten beschouwing laten).
De stijging ten opzichte van het vorige kwartaal werd voornamelijk veroorzaakt door hogere marketingkosten, professionele vergoedingen en diverse kleinere kostenposten, deels gecompenseerd door lagere ICT- en facilitaire uitgaven.
De lichte stijging ten opzichte van vorig jaar werd voornamelijk veroorzaakt door hogere personeelskosten, marketingkosten, professionele vergoedingen en afschrijvingskosten, grotendeels gecompenseerd door lagere ICT- en facilitaire uitgaven.
De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen in het verslagkwartaal 49 miljoen euro, een stijging van 23 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal en min of meer stabiel jaar-op-jaar. De 49 miljoen euro in het verslagkwartaal had voornamelijk betrekking op bijkomende nationale bankenheffingen (voornamelijk in Hongarije, in mindere mate ook in Slowakije en Tsjechië).
Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar worden gespreid, bedroeg de kosten-inkomstenratio 45% voor de eerste negen maanden van 2025, tegenover 47% voor het boekjaar 2024. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 41%, tegenover 43% voor heel 2024.
Voor een indicatie van de verwachte exploitatiekosten in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
Waardeverminderingen op kredieten: 45 miljoen euro nettotoename
vs. 116 miljoen euro nettotoename in het vorige kwartaal en 61 miljoen euro nettotoename in 3KW2024
In het verslagkwartaal boekten we een nettotoename van waardeverminderingen op kredieten van 45 miljoen euro, aanzienlijk minder dan de 116 miljoen euro in het vorige kwartaal en 61 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. De nettotoename van waardeverminderingen van 45 miljoen euro in het verslagkwartaal bestond uit:
• een toename van waardeverminderingen van 55 miljoen euro met betrekking tot de kredietportefeuille, waarvan 26 miljoen euro betrekking had op het verlagen van de backstop shortfall voor nieuwe non-performing kredieten in België (tegenover 76 miljoen euro in het vorige kwartaal, zonder backstopimpact);
• een terugname van waardeverminderingen van 9 miljoen euro in verband met de aanpassing van de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden (tegenover een toename van 40 miljoen euro in het vorige kwartaal door de boeking van een management overlay). Bijgevolg bedroeg de resterende reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden 103 miljoen euro eind september 2025.
De kredietkostenratio bedroeg 0,12% voor de eerste negen maanden van 2025 (0,13% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden), tegenover 0,10% voor heel 2024 (0,16% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden). Eind september 2025 stond 1,8% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), tegenover 2,0% eind 2024. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,0% van de kredietportefeuille, evenveel als eind 2024.
Voor een indicatie van de verwachte kredietkostenratio in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 5 miljoen euro in het verslagkwartaal, tegenover 8 miljoen euro in het vorige kwartaal en 7 miljoen euro in hetzelfde kwartaal van vorig jaar. Het cijfer voor het verslagkwartaal bevatte voornamelijk waardeverminderingen met betrekking tot software.
Nettoresultaat per divisie
België 589 miljoen euro; Tsjechië 244 miljoen euro; Internationale Markten 237 miljoen euro; Groepscenter -68 miljoen euro
België: het nettoresultaat (589 miljoen euro) daalde met 3% kwartaal-op-kwartaal, door het gecombineerde effect van:
• iets lagere totale opbrengsten (voornamelijk door lagere nettorente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties, een lager trading- en reëlewaarderesultaat en overige netto-inkomsten en seizoensgebonden lagere dividendinkomsten, deels gecompenseerd door hogere verzekeringsinkomsten en nettoprovisie-inkomsten);
• een hoger kostenniveau;
• hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• veel lagere waardeverminderingen.
Tsjechië: het nettoresultaat (244 miljoen euro) steeg met 2% ten opzichte van het vorige kwartaal (stabiel wanneer geen rekening wordt gehouden met wisselkoerseffecten) door het gecombineerde effect van:
• hogere totale opbrengsten (door stijgingen in alle inkomstenlijnen, behalve de overige netto-inkomsten); • een hoger kostenniveau;
• hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• een daling van de waardeverminderingen (tot vrijwel nul).
Internationale Markten: het nettoresultaat van 237 miljoen euro is als volgt verdeeld: 31 miljoen euro in Slowakije, 112 miljoen euro in Hongarije en 94 miljoen euro in Bulgarije. Voor de hele divisie bleef het nettoresultaat stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal door het gecombineerde effect van:
• min of meer stabiele totale opbrengsten (stijgingen in nettorente-inkomsten, verzekeringsinkomsten en nettoprovisie-inkomsten, gecompenseerd door een lager trading- en reëlewaarderesultaat en lagere overige netto-inkomsten);
• hogere kosten (voornamelijk door hogere bank- en verzekeringsheffingen); • hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• veel lagere waardeverminderingen.
Groepscenter: het nettoresultaat (-68 miljoen euro) was 3 miljoen euro lager dan dat van het vorige kwartaal, door:
•
lagere totale opbrengsten (een daling voornamelijk in trading- en reëlewaarderesultaat en overige nettoinkomsten, gedeeltelijk gecompenseerd door een stijging van de nettorente-inkomsten);
• lagere kosten;
• iets hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• min of meer stabiele waardeverminderingen.
In het deel ‘Additional information’ van het kwartaalverslag vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.
België Tsjechië Internationale Markten Selectie van ratio’s per divisie 9M2025 FY2024 9M2025 FY2024 9M2025 FY2024
Kosten-inkomstenratio - excl. niet-operationele elementen en bij gelijke spreiding van de bank- en verzekeringsheffingen over het jaar - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 43% 39% | 44% 41% 88% | 42% 41% | 45% 43% | 45% 37% | 46% 38% |
87% | 85% | 86% | 89%2 | 96%2 | ||
Kredietkostenratio1 | 0,14% | 0,19% | 0,08% | -0,09% | 0,13% | -0,08% |
Ratio van impaired kredieten | 1,8% | 2,0% | 1,3% | 1,3% | 1,5% | 1,6% |
1 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (met positieve resultaatsinvloed). Zie ‘Details of ratios and terms’ in het kwartaalverslag. 2 Exclusief de windfall verzekeringsheffingen in Hongarije bedroeg de gecombineerde ratio 93% in FY2024 en 87% in 9M2025.
Solvabiliteit en liquiditeit
Common equity ratio 14,9%, NSFR 134%, LCR 158%
Eind september 2025 bedroeg ons totale eigen vermogen 27,0 miljard euro, waarvan 24,1 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 2,9 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg met 2,7 miljard euro ten opzichte van eind 2024. Dat kwam door het gecombineerde effect van:
• de opname van de winst over de eerste negen maanden van 2025 (+ 2,6 miljard euro);
• de betaling van het slotdividend voor 2024 in mei 2025 en het interim-dividend in november 2025 (- 1,6 miljard euro);
• hogere herwaarderingsreserves (+ 0,8 miljard euro);
• hogere additional tier-1 instrumenten (+ 1,0 miljard euro, door een nieuwe emissie in mei 2025);
• een aantal kleinere posten.
We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel Consolidated financial statements van het kwartaalverslag, onder Consolidated statement of changes in equity.
In de eerste negen maanden van 2025 stegen de risicogewogen activa met 7,9 miljard euro tot 127,8 miljard euro, voornamelijk door de toepassing van Bazel IV en door volumegroei.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, zoals blijkt uit een unfloored fully loaded common equity ratio (CET1) van 14,9% volgens Basel IV op 30 september 2025, tegenover 15,0% volgens Basel III eind december 2024 (wat overeenkomt met 14,6% volgens Basel IV). De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency IIkader bedroeg 216% eind september 2025, tegenover 200% eind 2024. Voor meer details over de solvabiliteit, zie Solvency in het deel 'Additional information' van het kwartaalverslag. Het effect van de overname van Business Lease in Tsjechië en Slowakije, die we op 23 oktober hebben aangekondigd, zal verwaarloosbaar zijn (-4 basispunten op CET1 bij finalisatie). We schatten dat de overname van 365.bank in Slowakije, die we in mei 2025 hebben aangekondigd, een effect op onze CET1 zal hebben van -50 basispunten bij finalisatie.
Het dividendbeleid en kapitaalaanwendingsbeleid worden uitgelegd in het deel 'Onze verwachtingen' van dit verslag. In overeenstemming met dat beleid keerden we op 7 november 2025 een interim-dividend uit van 1 euro per aandeel als voorschot op het totale dividend over het boekjaar 2025.
Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 158% en een NSFR-ratio van 134%, tegenover respectievelijk 158% en 139% eind 2024. Die cijfers liggen ruim boven het wettelijke minimum van 100%.
Analyse van de year-to-date periode (9M2025)
Nettoresultaat 9M2025: 2 566 miljoen euro
+12% jaar-op-jaar
Samenvatting (vergeleken met de eerste negen maanden van 2024, tenzij anders vermeld):
• De nettorente-inkomsten stegen met 8% tot 4 457 miljoen euro. Dit was voornamelijk toe te schrijven aan het veel hogere resultaat uit commerciële transformatie en de hogere rente-inkomsten uit kredietverlening, lagere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken, lagere achtergestelde financieringskosten en hogere rente-inkomsten uit dealingroomactiviteiten, deels tenietgedaan door lagere renteinkomsten met betrekking tot termijndeposito's van klanten en, in mindere mate, lagere rente-inkomsten uit balansbeheer en kortlopende cashmanagementactiviteiten. De wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten, steeg het volume van kredieten aan klanten met 8%, terwijl de klantendeposito’s jaar-op-jaar met 3% stegen. De nettorentemarge voor de eerste negen maanden van 2025 bedroeg 2,06%, een daling met 3 basispunten jaarop-jaar.
• Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) steeg met 37% tot 449 miljoen euro. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor de eerste negen maanden van 2025 kwam uit op 87%, tegenover 90% voor het boekjaar 2024. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 8% tot 2 115 miljoen euro, met stijgingen in alle belangrijke verzekeringstakken, terwijl de verkoop van levensverzekeringen met 15% steeg tot 2 511 miljoen euro dankzij een hogere verkoop van tak 23-, tak 21- en hybride producten.
•
De nettoprovisie-inkomsten stegen met 10% tot 2 064 miljoen euro. Dat was toe te schrijven aan hogere vergoedingen voor vermogensbeheerdiensten en voor bankdiensten (voornamelijk betalingsdiensten, netwerkinkomsten en effectendiensten). Eind september 2025 was het totale beheerde vermogen met 8% gestegen tot 292 miljard euro door een combinatie van netto-instroom en het effect van een positieve marktprestatie jaar-op-jaar (beide goed voor + 4 procentpunten).
• Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten daalden met 47 miljoen euro tot - 141 miljoen euro. Dit was voornamelijk het gevolg van een lager dealingroomresultaat en een negatieve verandering in de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer, deels gecompenseerd door positieve marktwaardeaanpassingen (xVA).
• Alle andere inkomsten samen stegen met 24% tot 245 miljoen euro, dankzij hogere overige netto-inkomsten en hogere dividendinkomsten.
• De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen stegen met 3% tot 3 375 miljoen euro. De stijging ten opzichte van de referentieperiode was voornamelijk toe te schrijven aan hogere personeelskosten (loondrift), afschrijvingskosten en diverse andere kosten. De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 615 miljoen euro, 8% meer dan vorig jaar. Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar worden gespreid, bedroeg de kosteninkomstenratio 45% voor de eerste negen maanden van 2025 (47% voor boekjaar 2024). Wanneer de bank- en verzekeringsheffingen volledig buiten beschouwing worden gelaten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 41% voor de verslagperiode (43% voor boekjaar 2024).
• Waardeverminderingen op kredieten: een nettotoename van waardeverminderingen van 200 miljoen euro, tegenover een nettotoename van 149 miljoen euro in de referentieperiode. De eerste negen maanden van 2025 omvatten een toename van 214 miljoen euro voor de kredietportefeuille en een terugname van 14 miljoen euro in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden (tegenover respectievelijk een toename van 233 miljoen euro en een terugname van 84 miljoen euro in de referentieperiode). Daardoor bedroeg de kredietkostenratio 0,12%, tegenover 0,10% voor heel 2024. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen 13 miljoen euro, tegenover 20 miljoen euro in de referentieperiode.
•
Het aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint ventures daalde met 77 miljoen euro tot 4 miljoen euro, omdat de referentieperiode een eenmalige meerwaarde van 79 miljoen euro omvatte (met betrekking tot Isabel).
• Het nettoresultaat van 2 566 miljoen euro voor de eerste negen maanden van 2025 kan als volgt worden uitgesplitst: 1 477 miljoen euro voor divisie België (een stijging van 118 miljoen euro ten opzichte van een jaar eerder), 691 miljoen euro voor divisie Tsjechië (een stijging van 71 miljoen euro), 609 miljoen euro voor divisie Internationale Markten (een stijging van 33 miljoen euro) en - 211 miljoen euro voor Groepscenter (een stijging van 44 miljoen euro).
ESG-ontwikkelingen, risicoverklaring en economische visie
ESG-ontwikkelingen
KBC blijft vooruitgang boeken op het vlak van duurzaamheid, samen met zijn klanten, werknemers en andere stakeholders. We blijven ons inzetten om transparant en consistent te communiceren over onze inspanningen op het gebied van duurzaamheid. Dat doen we via een aparte Duurzaamheidsverklaring in ons jaarverslag en via een vrijwillig Duurzaamheidsverslag. Beide publicaties zijn beschikbaar op www.kbc.com.
Onze inspanningen blijven niet onopgemerkt. Onze S&P ESG-score is opnieuw gestegen, wat bevestigt dat we vooruitgang blijven boeken op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur.
Daarnaast blijft KBC zich inzetten voor verantwoord bankieren en duurzame ontwikkeling door de uitgifte van groene obligaties. In augustus hebben we onze vijfde groene obligatie uitgegeven voor een bedrag van 500 miljoen euro. Deze obligatie ondersteunt investeringen in groene gebouwen, hernieuwbare energie en elektrische voertuigen. Onze eerste groene obligatie is intussen vervallen, waardoor er momenteel nog vier groene obligaties uitstaan.
Risicoverklaring
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico’s voor die financiële sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector. Die factoren komen vooral voort uit geopolitieke risico's die de afgelopen jaren aanzienlijk zijn toegenomen (waaronder de oorlog in Oekraïne, conflicten in het Midden-Oosten en handelsoorlogen als gevolg van het Amerikaanse tariefbeleid). Deze risico's resulteren of kunnen resulteren in schokken voor het wereldwijde economische systeem (bv. bbp en inflatie) en de financiële markten (inclusief rentetarieven). Ook de Europese economieën, waaronder de thuismarkten van KBC, worden beïnvloed en dat creëert een onzeker bedrijfsklimaat, ook voor financiële instellingen. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (met betrekking tot de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving, GDPR en ESG/duurzaamheid) blijven eveneens een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie en AI als katalysator) creëert zowel kansen als bedreigingen voor het businessmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaat- en milieugerelateerde risico's hand over hand toenemen. Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne en geopolitieke spanningen in het algemeen hebben wereldwijd geleid tot een toename van het aantal cyberaanvallen. Ten slotte zagen we regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen nemen om hun begrotingen te ondersteunen (via hogere belastingbijdragen van de financiële sector) en ook hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds op leningen in te voeren of aan te dringen op hogere rentes op spaarrekeningen).
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Onze kijk op economische groei
Volgens onze schattingen (niet geannualiseerd) groeide de economische activiteit in de VS in het derde kwartaal van 2025 met 0,7%, tegenover 0,9% in het tweede kwartaal. Vanwege de shutdown van de Amerikaanse overheid is er nog geen officieel derdekwartaalcijfer gepubliceerd. De groei was opnieuw grotendeels te danken aan een veerkrachtige consumentenvraag en niet-residentiële investeringen. In overeenstemming met de verzwakkende Amerikaanse arbeidsmarkt zal de groei in de VS naar verwachting vertragen in het vierde kwartaal. We verwachten dat de groei in de loop van volgend jaar weer zal aantrekken.
Tegen de achtergrond van het handelsakkoord tussen de VS en de EU van 27 juli en ondanks de aanhoudende onzekerheid over het economische beleid en de handelsrelaties, trok de economische groei in de eurozone aan tot 0,2% in het derde kwartaal (met groei in onze kernlanden België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije van respectievelijk 0,3%, 0,7%, 0,0%, 0,1%* en 0,6%*). Behoudens nieuwe schokken ligt het dieptepunt van de Europese conjunctuurcyclus waarschijnlijk achter ons en zal de groei in de komende kwartalen verder verbeteren dankzij defensie-uitgaven, infrastructuurinvesteringen en particuliere consumptie.
Op korte termijn is politieke instabiliteit het grootste interne risico voor de Europese economie. Het belangrijkste externe risico blijft een heropflakkering van het wereldwijde handelsconflict, met een directe impact door opgelegde handelstarieven en indirecte gevolgen door een mogelijke verlegging van handelsstromen van China naar Europa.
* KBC-raming
Onze kijk op rentevoeten en wisselkoersen
In de eurozone bleven de inflatie en de kerninflatie in oktober min of meer stabiel op respectievelijk 2,1% en 2,4%. Volgens de Europese Centrale Bank (ECB) is het desinflatoire proces voorbij en zal de inflatie verder neerwaarts convergeren naar de ECB-doelstelling van 2%, onder voorbehoud van nieuwe schokken.
In de VS bleven de algemene inflatie en de kerninflatie (beide 3,0%) in september hardnekkig boven de doelstelling van de Fed. We verwachten dat de Amerikaanse importtarieven de komende maanden verder zullen doorwerken in de inflatie. Maar dat effect is waarschijnlijk tijdelijk en weerspiegelt voornamelijk een eenmalige stijging van het prijsniveau. Daarna zal de inflatie waarschijnlijk terugvallen richting de Fed-doelstelling.
De ECB bevestigde haar depositorente van 2% opnieuw in oktober, en gaf aan dat ze vindt dat ze zich daarmee in een goede positie bevindt, wat ons toelaat te concluderen dat 2% waarschijnlijk de bodem van deze rentecyclus is. De depositorente zal waarschijnlijk geruime tijd ongewijzigd blijven op dat niveau.
De Fed hervatte zijn versoepelingscyclus in september door zijn beleidsrente met 25 basispunten te verlagen, gevolgd door eenzelfde verlaging in oktober. Behoudens nieuwe economische schokken zal de Fed zijn versoepelingscyclus waarschijnlijk voortzetten tot het voorjaar van 2026. Bovendien gaf de Fed aan dat het proces van kwantitatieve verkrapping vanaf december zal worden beëindigd.
De divergerende trend tussen de Amerikaanse en de Duitse 10 jaarsrente hield aan in het derde kwartaal. Terwijl de rente in de VS sinds het begin van het derde kwartaal met ongeveer 15 basispunten is gedaald, bleef de Duitse obligatierente per saldo vrijwel onveranderd. De daling van de Amerikaanse rente was vooral het gevolg van de vrees voor een cyclische vertraging en de daarmee samenhangende renteverlagingen door de Fed. De recente vlucht naar "veilige haven"-activa speelde ook een rol door de heropflakkering van het handelsconflict tussen de VS en China. De Duitse 10 jaarsrente volgde de daling van de Amerikaanse rente niet, omdat de ECB haar versoepelingscyclus al heeft voltooid.
De Tsjechische Nationale Bank (CNB) liet haar beleidsrente in het derde kwartaal ongewijzigd op 3,50%. We verwachten ook dat dit de bodem is van de versoepelingscyclus van de CNB. De CNB kan dit licht restrictieve rentebeleid nog enige tijd handhaven om het onderliggende opwaartse inflatierisico onder controle te krijgen. Door de rentesteun en het algemene convergentieproces van de Tsjechische economie verwachten we dat de Tsjechische kroon de komende kwartalen verder zal appreciëren ten opzichte van de euro.
De Hongaarse centrale bank houdt haar beleidsrente al sinds september 2024 ongewijzigd op 6,50% en we verwachten de volgende renteverlaging ten vroegste begin 2026. Het monetaire beleid zal nog geruime tijd restrictief blijven om de inflatie onder controle te krijgen. We verwachten daarom een voortzetting van het "sterke forint"-beleid van de centrale bank in de komende kwartalen. Niettemin zal op termijn de structureel hogere Hongaarse inflatie ten opzichte van de eurozone waarschijnlijk leiden tot een geleidelijke depreciatie van de forint ten opzichte van de euro.
Onze verwachtingen
Verwachtingen voor het boekjaar 2025 (geactualiseerd)
• Totale opbrengsten: minstens + 7,5% jaar-op-jaar (tegenover minstens 7,0% vroeger)
• Nettorente-inkomsten: minstens 5,95 miljard euro (tegenover 5,85 miljard euro vroeger), ondersteund door een organische groei van het kredietvolume met ongeveer 7,5% (tegenover minstens 6,5% vroeger)
• Verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering): minstens + 7% jaar-op-jaar (ongewijzigd)
• Exploitatiekosten (exclusief bank- en verzekeringsheffingen): minder dan + 2,5% jaar-op-jaar (ongewijzigd)
• Gecombineerde ratio: minder dan 91% (ongewijzigd)
• Kredietkostenratio: ruim onder de kredietkostenratio over de hele cyclus van 25-30 basispunten (ongewijzigd)
Verwachtingen op middellange en lange termijn (zoals gepubliceerd bij de FY2024 resultaten)
• CAGR totale opbrengsten (2024-2027): minstens + 6%.
• CAGR nettorente-inkomsten (2024-2027): minstens + 5%
• CAGR verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering) (2024-2027): minstens + 7%.
• CAGR exploitatiekosten (exclusief bank- en verzekeringsheffingen) (2024-2027): minder dan + 3%.
• Gecombineerde ratio: minder dan 91%.
• Kredietkostenratio: ruim onder de kredietkostenratio over de hele cyclus van 25-30 basispunten.
Dividend- en kapitaalaanwendingsbeleid (zoals gepubliceerd bij de 1KW2025 resultaten)
• Dividendbeleid o uitkeringsratio (inclusief AT1-coupon) tussen 50% en 65% van de geconsolideerde winst van het boekjaar;
o een interim-dividend van 1 euro per aandeel in november van elk boekjaar als voorschot op het totale dividend.
• Kapitaalaanwendingsbeleid o We streven ernaar bij de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te blijven behoren.
o Elk jaar zal de Raad van Bestuur bij de bekendmaking van de jaarresultaten naar eigen discretie een beslissing nemen over de aanwending van kapitaal. De focus zal voornamelijk liggen op verdere organische groei en fusies en overnames.
o We beschouwen een unfloored fully loaded common equity ratio van 13% als het minimum.
o We zullen de AT1- en tier 2-buckets binnen de P2R opvullen en SRT's (Significant Risk Transfers) gaan gebruiken als onderdeel van een programma om de risicogewogen activa te optimaliseren.
Agenda en referenties
Agenda | Resultaten 4KW2025/FY2025: 12 februari 2026 Jaarverslag 2025: 1 april 2026 Algemene vergadering van aandeelhouders: 7 mei 2026 Resultaten 1KW2026: 12 mei 2026 Overige: www.kbc.com / Investor Relations / Financial calendar |
Meer informatie over het kwartaal | Kwartaalverslag: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten Bedrijfspresentatie:www.kbc.com/ Investor Relations / Presentaties |
Kurt De Baenst
Investor Relations, KBC Groep
+ 32 472 50 04 27 – kurt.debaenst@kbc.be
KBC Groep NV – Havenlaan 2, 1080 Brussel
Katleen Dewaele
directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC Groep
+ 32 475 78 08 66 – katleen.dewaele@kbc.be
KBC persberichten zijn beschikbaar op www.kbc.com of kunnen worden verkregen door een e-mail te sturen naar pressofficekbc@kbc.be
* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is.