from KBC (EBR:KBC)
KBC Groep: Resultaat eerste kwartaal van 546 miljoen euro
Persbericht
Buiten beurstijd - Gereglementeerde informatie*
Brussel, 15 mei 2025 (07u00 CEST)
KBC Groep: Resultaat eerste kwartaal van 546 miljoen euro
KBC Groep – overzicht (geconsolideerd, IFRS) 1KW2025 4KW2024 1KW2024
Nettoresultaat (in miljoenen euro) | 546 | 1 116 | 506 | ||
Gewone winst per aandeel (in euro) | 1,32 | 2,75 | 1,18 | ||
Nettoresultaat per divisie (in miljoenen euro) | |||||
België | 281 | 487 | 243 | ||
Tsjechië | 207 | 238 | 197 | ||
Internationale Markten | 135 | 175 | 146 | ||
Groepscenter | -77 | 215 | -80 | ||
Eigen vermogen van de aandeelhouders per aandeel (in euro, per einde periode) | 58,8 | 56,6 | 54,9 | ||
"We boekten een nettowinst van 546 miljoen euro in het eerste kwartaal van 2025. Vergeleken met het resultaat van het vorige kwartaal profiteerden onze totale opbrengsten van verschillende factoren, waaronder hogere verzekeringsinkomsten, een hoger trading- en reëlewaarderesultaat en hogere overige netto-inkomsten, terwijl de nettorente-inkomsten en nettoprovisie-inkomsten licht daalden als gevolg van seizoensinvloeden en enkele positieve eindejaarseffecten in het vierde kwartaal van 2024. Onze kredietportefeuille bleef groeien en steeg met 2% kwartaal-op-kwartaal en 7% jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten, bleven de klantendeposito's stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal (met een verschuiving van termijndeposito's naar spaarrekeningen) en stegen ze met 7% ten opzichte van een jaar geleden. De exploitatiekosten stegen, omdat het grootste deel van de bank- en verzekeringsheffingen voor het hele jaar – zoals gebruikelijk – in het eerste kwartaal werd geboekt. Als we de bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, daalden de exploitatiekosten met 8% kwartaal-op-kwartaal. Ook de lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten daalden, net als de waardeverminderingen op kredieten, wat resulteerde in een zeer gunstige kredietkostenratio van slechts 8 basispunten voor het verslagkwartaal (16 basispunten zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden). Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, met een unfloored fully loaded common equity ratio volgens Bazel IV van 14,5% eind maart 2025. Onze liquiditeitspositie bleef ook erg sterk, zoals blijkt uit een LCR van 157% en een NSFR van 140%.
Op 8 mei 2025 betaalden we een slotdividend van 3,15 euro per aandeel, wat het totale dividend voor het boekjaar 2024 op 4,85 euro per aandeel brengt. We hebben ook ons dividend- en kapitaalaanwendingsbeleid geactualiseerd. Vanaf 2025 zullen we een dividend betalen van tussen 50% en 65% van ons geconsolideerde resultaat, waarvan 1 euro zal worden uitgekeerd in november als interim-dividend. We streven ernaar bij de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te blijven behoren. Elk jaar zal onze Raad van Bestuur bij de bekendmaking van de jaarresultaten naar eigen discretie een beslissing nemen over de aanwending van kapitaal. De focus zal voornamelijk liggen op verdere organische groei en fusies en overnames. We beschouwen een unfloored fully loaded common equity ratio van 13% als het minimum.
Verder bereikte KBC een overeenkomst voor de overname van 98,45% van 365.bank in Slowakije gebaseerd op een totale waardering van 365.bank van 761 miljoen euro. Met deze investering kunnen we onze positie op de Slowaakse markt verder versterken en de kloof dichten met de top drie in de banksector. 365.bank is een retailgerichte bank met dochterondernemingen in vermogensbeheer en consumentenkredieten. Ze vult de activiteiten van de bestaande Slowaakse KBC-dochteronderneming ČSOB uitstekend aan, wat onder andere zal leiden tot aanzienlijke synergieën op het vlak van kosten, opbrengsten (crossselling) en financiering. KBC zal met name zijn bereik in retailbankieren versterken en toegang krijgen tot het unieke klantenbestand en distributienetwerk van 365.bank en haar exclusieve partnerschap met Slowaakse Post. De transactie moet nog worden goedgekeurd door de toezichthouders en zal bij afronding, naar verwachting eind dit jaar, onze unfloored fully loaded common equity ratio met ongeveer 50 basispunten verlagen.
Johan Thijs Chief Executive Officer | |||||
Financiële hoofdlijnen van het eerste kwartaal van 2025
4 De nettorente-inkomsten daalden licht met 1% kwartaal-op-kwartaal en stegen met 4% jaar-op-jaar. De nettorentemarge voor het eerste kwartaal van 2025 bedroeg 2,05%, 3 basispunten lager dan het vorige kwartaal en dan hetzelfde kwartaal een jaar geleden. Het volume van klantenkredieten steeg met 2% kwartaal-op-kwartaal en met 7% jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten, bleven de klantendeposito's stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal (met een verschuiving van termijndeposito's naar spaarrekeningen) en stegen ze met 7% ten opzichte van een jaar geleden.
4 Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering) bedroeg 142 miljoen euro (tegenover 125 miljoen euro in het vorige kwartaal en 134 miljoen euro in hetzelfde kwartaal vorig jaar) en bestaat uit 96 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 45 miljoen euro voor levensverzekeringen. De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen voor het eerste kwartaal van 2025 kwam uit op een uitstekende 86%, tegenover 90% voor het boekjaar 2024. De verkoop van schadeverzekeringen steeg met 8% jaar-op-jaar, terwijl de verkoop van levensverzekeringen met 39% steeg ten opzichte van het niveau van vorig kwartaal en met 32% ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar.
4 De nettoprovisie-inkomsten daalden licht (-1%) kwartaal-op-kwartaal, volledig te wijten aan seizoensinvloeden en positieve eindejaarseffecten in het vorige kwartaal. De nettoprovisie-inkomsten stegen met 12% jaar-op-jaar dankzij hogere vergoedingen voor vermogensbeheeractiviteiten en bankdiensten. Het beheerde vermogen daalde met 1% kwartaal-op-kwartaal en steeg met 6% jaar-op-jaar.
4 Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of lasten stegen met 29 miljoen euro ten opzichte van het vorige kwartaal en met 10 miljoen euro ten opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. De overige nettoinkomsten waren hoger dan normaal, voornamelijk door een hoger dan gemiddelde opbrengst van de verkoop van onroerend goed.
4 De exploitatiekosten, exclusief de bank- en verzekeringsheffingen, daalden met 8% kwartaal-op-kwartaal, maar stegen met 4% jaar-op-jaar. Het eerste kwartaal van het jaar omvat traditioneel het grootste deel van de bank- en verzekeringsheffingen voor het hele jaar (539 miljoen euro in het eerste kwartaal van 2025). De kosteninkomstenratio voor het eerste kwartaal van 2025 bedroeg 46%, tegenover 47% voor heel 2024. Bij die berekening zijn bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing gelaten en zijn de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar gespreid. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 41% voor het eerste kwartaal van 2025, tegenover 43% voor heel 2024.
4 De waardeverminderingen op kredieten bedroegen 38 miljoen euro, tegenover 50 miljoen euro in het vorige kwartaal en 16 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De kredietkostenratio voor het eerste kwartaal van 2025 bedroeg 0,08%, tegenover 0,10% voor heel 2024. De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten bedroegen nagenoeg nul in het verslagkwartaal.
4 Onze liquiditeitspositie bleef sterk met een LCR van 157% en NSFR van 140%. Onze kapitaalbasis bleef stevig, met een unfloored fully loaded common equity ratio van 14,5%*.
* Voor de fully loaded common equity ratio vanaf 1KW2025 focust KBC op de zogenaamde ‘unfloored’ fully loaded common equity ratio, die rekening houdt met de totale impact op risicogewogen activa van Bazel IV zonder de output floor impact.
Overzicht van resultaten en balans
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening, IFRS, KBC Groep
(vereenvoudigd; in miljoenen euro) 1KW2025 4KW2024 3KW2024 2KW2024 1KW2024
Nettorente-inkomsten | 1 421 | 1 433 | 1 394 | 1 379 | 1 369 | |||
Verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering | 773 | 764 | 740 | 726 | 714 | |||
Niet-leven | 648 | 640 | 631 | 613 | 598 | |||
Leven Dividendinkomsten | 125 | 124 13 | 109 11 | 114 26 | 116 7 | |||
9 | ||||||||
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en Verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten | -45 | -74 | -42 | 3 | -55 | |||
Nettoprovisie-inkomsten | 690 | 700 | 641 | 623 | 614 | |||
Overige netto-inkomsten | 67 | 27 | 45 | 51 | 58 | |||
Totale opbrengsten | 2 915 | 2 863 | 2 787 | 2 809 | 2 708 | |||
Exploitatiekosten (exclusief rechtstreeks toerekenbaar aan verzekeringscontracten) Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen | -1 498 | -1 126 | -1 058 | -950 | -1 431 | |||
-1 106 | -1 201 | -1 135 | -1 074 | -1 063 | ||||
Totale bank- en verzekeringsheffingen | -539 | -55 | -47 | -2 | -518 | |||
Min: exploitatiekosten toegerekend aan lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten Lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering | 148 | 131 -635 | 124 -688 | 126 -590 | 150 -563 | |||
-622 | ||||||||
Waarvan betaalde verzekeringsprovisies | -102 | -103 | -99 | -92 | -89 | |||
Niet-leven | -543 | -561 | -615 | -514 | -489 | |||
Leven | -79 | -74 | -72 | -76 | -73 | |||
Nettoresultaat afgestane herverzekering | -9 | -4 | 28 | -24 | -18 | |||
Bijzondere waardeverminderingen | -38 | -78 | -69 | -85 | -16 | |||
waarvan: op financiële activa tegen geamortiseerde kostprijs en tegen reële waarde via other comprehensive income1 | -38 | -50 | -61 | -72 | -16 | |||
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen en joint-ventures | 0 | -1 | 78 | 2 | 0 | |||
Resultaat vóór belastingen | 747 | 1 020 | 1 079 | 1 162 | 680 | |||
Belastingen | -202 | 96 | -211 | -237 | -175 | |||
Resultaat na belastingen | 546 | 1 115 | 868 | 925 | 506 | |||
toerekenbaar aan minderheidsbelangen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 546 | 1 116 | 868 | 925 | 506 | |||
Gewone winst per aandeel (in euro) | 1,32 | 2,75 | 2,14 | 2,25 | 1,18 | |||
Verwaterde winst per aandeel (in euro) | 1,32 | 2,75 | 2,14 | 2,25 | 1,18 |
Kerncijfers geconsolideerde balans, IFRS,
KBC Groep (in miljoenen euro) 31-03-2025 31-12-2024 30-09-2024 30-06-2024 31-03-2024
Balanstotaal | 380 313 | 373 048 | 353 261 | 361 945 | 359 477 |
Leningen en voorschotten aan klanten | 197 326 | 192 067 | 188 623 | 187 502 | 183 722 |
Effecten (eigen vermogen- en schuldinstrumenten) | 84 419 | 80 339 | 75 929 | 73 941 | 73 561 |
Deposito’s van lanten | 231 022 | 228 747 | 221 851 | 221 844 | 216 314 |
Verplichtingen uit verzekeringscontracten | 16 912 | 17 111 | 17 012 | 16 521 | 16 602 |
Schulden m.b.t. beleggingscontracten, verzekeringen | 15 631 | 15 671 | 15 193 | 14 780 | 14 319 |
Totaal eigen vermogen | 25 191 | 24 311 | 23 300 | 22 936 | 23 917 |
Selectie van ratio’s, KBC Groep (geconsolideerd) 1KW2025 FY2024
Rendement op eigen vermogen2 | 9% | 15% |
Kosten-inkomstenratio, groep - excl. bepaalde niet-operationele posten en bij gelijke spreiding van de bank- en verzekeringsheffingen over het jaar - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen | 46% 41% | 47% 43% |
Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 86% | 90% |
Common equity ratio (CET1), fully loaded (Bazel IV vanaf 2025, Danish Compromise, unfloored3) | 14,5% | 15,0% |
Kredietkostenratio4 | 0,08% | 0,10% |
Ratio impaired kredieten | 1,9% | 2,0% |
waarvan impaired kredieten > 90 dagen achterstallig | 1,0% | 1,0% |
Net stable funding ratio (NSFR) | 140% | 139% |
Liquidity coverage ratio (LCR) | 157% | 158% |
1 Ook Waardeverminderingen op kredieten genoemd.
2 15% in 1KW2025 (14% in FY2024) als de niet-operationele elementen worden uitgesloten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijk worden gespreid over het jaar.
Voor de fully loaded common equity ratio vanaf 1KW2025 focust KBC op de zogenaamde ‘unfloored’ fully loaded common equity ratio, die rekening houdt met de totale impact op risicogewogen activa van Bazel IV zonder de output floor impact.
4 Een negatief cijfer duidt op een terugname van waardeverminderingen (positieve resultaatsimpact).
Analyse van het kwartaal (1KW2025)
Totale opbrengsten: 2 915 miljoen euro
+2% kwartaal-op-kwartaal en +8% jaar-op-jaar
De nettorente-inkomsten bedroegen 1 421 miljoen euro in het eerste kwartaal van 2025, een lichte daling van 1% tegenover het vorige kwartaal, en 4% meer dan een jaar geleden.
De wijziging ten opzichte van het vorige kwartaal was onder meer toe te schrijven aan de positieve invloed van een hoger resultaat uit commerciële transformatie, hogere inkomsten uit kredietverlening (aangezien het positieve effect van de groei van het kredietvolume slechts gedeeltelijk werd tenietgedaan door het negatieve effect van de druk op de kredietmarges in sommige kernmarkten) en hogere rente-inkomsten uit de dealingroom. Deze posten werden meer dan gecompenseerd door het negatieve effect van het lagere aantal dagen in het afgelopen kwartaal, lagere nettorente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties, lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten en uit kortlopende cashmanagementactiviteiten, hogere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken, en het feit dat we in het vorige kwartaal profiteerden van een positieve correctie van 9 miljoen euro als gevolg van een wijziging in de boekhoudkundige benadering van hypotheekmakelaarslonen in Bulgarije (de impact voor boekjaar 2024 werd volledig in het vierde kwartaal geboekt). De stijging ten opzichte van een jaar geleden was het gevolg van een aanzienlijk hoger resultaat uit commerciële transformatie, hogere inkomsten uit kredietverlening, lagere kosten verbonden aan de minimaal vereiste reserves aangehouden bij centrale banken, hogere nettorente-inkomsten uit inflatiegerelateerde obligaties en hogere rente-inkomsten uit de dealingroom. Deze posten werden deels gecompenseerd door lagere rente-inkomsten uit termijndeposito's van klanten, hogere wholesalefinancieringskosten en lagere rente-inkomsten uit kortlopende cashmanagementactiviteiten.
De nettorentemarge voor het verslagkwartaal bedroeg 2,05%, een daling met 3 basispunten ten opzichte van het vorige kwartaal en ook ten opzichte van een jaar geleden.
Het volume van klantenkredieten (197 miljard euro) steeg met 2% tegenover het vorige kwartaal en met 7% ten opzichte van vorig jaar. De klantendeposito's (231 miljard euro) bleven stabiel op kwartaalbasis (met een verschuiving van termijndeposito's naar spaarrekeningen) en stegen met 6% jaar-op-jaar. Als we de volatiele kortetermijndeposito's met lage marges bij de buitenlandse vestigingen van KBC Bank buiten beschouwing laten (die een gevolg zijn van cashmanagementopportuniteiten op korte termijn), bleven de klantendeposito's eveneens stabiel ten opzichte van het vorige kwartaal en stegen ze met 7% jaar-op-jaar. In de bovenstaande groeicijfers zijn de wisselkoerseffecten buiten beschouwing gelaten.
Voor een indicatie van de verwachte nettorente-inkomsten in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
Het verzekeringstechnisch resultaat (verzekeringsinkomsten vóór afgestane herverzekering - lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten vóór afgestane herverzekering + nettoresultaat uit afgestane herverzekering; deze laatste twee posten maken geen deel uit van de totale opbrengsten) bedroeg 142 miljoen euro en bestaat uit 96 miljoen euro voor schadeverzekeringen en 45 miljoen euro voor levensverzekeringen.
Het resultaat uit schadeverzekeringen steeg met 27% kwartaal-op-kwartaal, dankzij lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten in combinatie met hogere verzekeringsopbrengsten, slechts gedeeltelijk tenietgedaan door een slechter herverzekeringsresultaat. Het steeg met 3% jaar-op-jaar, doordat hogere verzekeringsinkomsten en een beter herverzekeringsresultaat grotendeels werden tenietgedaan door hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten.
Het resultaat uit levensverzekeringen daalde met 8% ten opzichte van het vorige kwartaal, voornamelijk door hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten. Het steeg met 12% jaar-op-jaar, doordat hogere verzekeringsinkomsten en een beter herverzekeringsresultaat de stijging van de lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten meer dan compenseerden.
De gecombineerde ratio voor schadeverzekeringen kwam uit op een uitstekende 86% voor het verslagkwartaal, tegenover 90% voor het boekjaar 2024. De verkoop van schadeverzekeringen kwam uit op 792 miljoen euro, 8% meer dan een jaar geleden, met groei in alle landen en alle belangrijke takken. De verkoop van levensverzekeringsproducten bedroeg 1 013 miljoen euro en steeg met 39% ten opzichte van het vorige kwartaal dankzij een sterke toename van de verkoop van tak 23-verzekeringen in België (ondersteund door gestructureerde emissies), en met 32% ten opzichte van een jaar geleden (hogere verkoop van tak 23-, tak 21- en hybride producten). In totaal bedroeg het aandeel van tak 21- en tak 23-producten in onze verkoop van levensverzekeringen in het afgelopen kwartaal respectievelijk 33% en 61%, waarbij de rest bestond uit hybride producten (voornamelijk in België en Tsjechië).
Voor een indicatie van de verwachte verzekeringsinkomsten en de gecombineerde ratio in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 690 miljoen euro, dat is een daling van 1% kwartaal-op-kwartaal en een stijging van 12% jaar-op-jaar. De lichte daling kwartaal-op-kwartaal was volledig toe te schrijven aan seizoensinvloeden en positieve eindejaarseffecten in het vorige kwartaal, terwijl de aanzienlijke stijging jaar-op-jaar te danken was aan hogere vergoedingen voor vermogensbeheeractiviteiten (voornamelijk gestegen beheerlonen) en voor diverse bankdiensten (voornamelijk betalingsdiensten en netwerkinkomsten).
Eind maart 2025 bedroeg ons totale beheerde vermogen 273 miljard euro, een daling van 1% kwartaal-op-kwartaal, omdat de negatieve marktprestaties in het kwartaal (-3 procentpunten) de positieve invloed van de netto-instroom (+2 procentpunten) meer dan tenietdeden. Het beheerde vermogen steeg met 6% jaar-op-jaar, waarbij de netto-instroom goed was voor 3 procentpunten en de positieve marktprestaties tijdens het jaar voor de andere 3 procentpunten.
Het trading- en reëlewaarderesultaat en de verzekeringsfinancieringsbaten of -lasten bedroegen -45 miljoen euro, een stijging van 29 miljoen euro kwartaal-op-kwartaal en van 10 miljoen euro jaar-op-jaar. Kwartaal-op-kwartaal was de verbetering vooral te danken aan een positieve evolutie van de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer en een hoger dealingroomresultaat, terwijl de verbetering jaar-op-jaar vooral te danken was aan een positieve evolutie van de marktwaarde van derivaten gebruikt voor balansbeheer, deels tenietgedaan door lagere dealingroomresultaten.
De resterende andere inkomsten omvatten 9 miljoen euro dividendinkomsten en 67 miljoen euro overige netto-inkomsten. Dit laatste bedrag was hoger dan normaal (50 miljoen euro), voornamelijk door een hoger dan gemiddelde opbrengst van de verkoop van onroerend goed.
Totale exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen: 1 106 miljoen euro
-8% kwartaal-op-kwartaal en +4% jaar-op-jaar
De exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen bedroegen 1 106 miljoen euro in het eerste kwartaal van 2025, een daling van 8% ten opzichte van het vorige kwartaal en een stijging van 4% ten opzichte van een jaar eerder*.
De daling kwartaal-op-kwartaal was voornamelijk het gevolg van seizoensgebonden lagere uitgaven voor marketing en professionele vergoedingen, lagere ICT-kosten en lagere facilitaire uitgaven, deels tenietgedaan door hogere personeelskosten. De stijging jaar-op-jaar van de exploitatiekosten zonder bank- en verzekeringsheffingen werd voornamelijk veroorzaakt door hogere personeelskosten (loondrift en indexering, deels gecompenseerd door het lagere aantal vte's), ICT-kosten en afschrijvingen.
De bank- en verzekeringsheffingen bedroegen in het verslagkwartaal 539 miljoen euro, tegenover 55 miljoen euro in het voorgaande kwartaal, omdat het grootste deel van de bank- en verzekeringsheffingen voor het hele jaar traditioneel in het eerste kwartaal van het jaar wordt geboekt. Jaar-op-jaar stegen de bank- en verzekeringsheffingen met 4%, deels door een hogere bijdrage aan het depositogarantiestelsel in België (onder meer door een hoger volume van gedekte deposito's), die de lagere bijdrage aan het resolutiefonds in Tsjechië en lagere (nationale) bankbelastingen in Slowakije en Hongarije meer dan compenseerde.
Wanneer bepaalde niet-operationele posten buiten beschouwing worden gelaten en de bank- en verzekeringsheffingen gelijkmatig over het jaar worden gespreid, bedroeg de kosten-inkomstenratio voor het verslagkwartaal 46%, tegenover 47% voor het boekjaar 2024. Als we alle bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, bedroeg de kosten-inkomstenratio 41%, tegenover 43% voor heel 2024.
Voor een indicatie van de verwachte exploitatiekosten in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
* De exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen waren laag in de eerste helft van 2024. Daarom voelen we ons comfortabel bij onze verwachting voor 2025 van een stijging van de exploitatiekosten exclusief bank- en verzekeringsheffingen van minder dan 2,5% jaar-op-jaar.
Waardeverminderingen op kredieten: 38 miljoen euro nettotoename
vs. 50 miljoen euro nettotoename in het vorige kwartaal en 16 miljoen euro nettotoename in 1KW2024
In het verslagkwartaal boekten we een nettotoename van waardeverminderingen op kredieten van 38 miljoen euro, tegenover 50 miljoen euro in het vorige kwartaal en 16 miljoen euro in hetzelfde kwartaal een jaar geleden. De nettotoename van waardeverminderingen in het verslagkwartaal omvatte een toename van 83 miljoen euro met betrekking tot onze kredietportefeuille (waarvan 41 miljoen euro verband hield met het verlagen van het backstoptekort voor oude non-performing kredieten in België) en een modelgedreven terugname van 45 miljoen euro als gevolg van de actualisering van de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden. Bijgevolg bedroeg de uitstaande reserve voor geopolitieke en macroeconomische onzekerheden 72 miljoen euro eind maart 2025.
De kredietkostenratio bedroeg 0,08% voor het verslagkwartaal (0,16% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden), tegenover 0,10% voor heel 2024 (0,16% zonder de wijzigingen in de reserve voor geopolitieke en macro-economische onzekerheden). Eind maart 2025 stond 1,9% van onze totale kredietportefeuille te boek als impaired (categorie 3), tegenover 2,0% eind 2024. De impaired kredieten die meer dan 90 dagen achterstallig zijn, bedroegen 1,0% van de kredietportefeuille, evenveel als eind 2024.
Voor een indicatie van de verwachte kredietkostenratio in 2025 en de volgende jaren verwijzen we naar het deel 'Onze verwachtingen'.
De waardeverminderingen op andere activa dan kredieten waren verwaarloosbaar in het verslagkwartaal, terwijl ze 28 miljoen euro bedroegen in het vorige kwartaal en eveneens verwaarloosbaar waren in het eerste kwartaal van vorig jaar.
Nettoresultaat per divisie
België 281 miljoen euro; Tsjechië 207 miljoen euro; Internationale Markten 135 miljoen euro; Groepscenter -77 miljoen euro
België: op het eerste gezicht lag het nettoresultaat (281 miljoen euro) 42% lager dan in het vorige kwartaal. Als we echter de bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten (het grootste deel van het bedrag voor het hele jaar wordt in het eerste kwartaal geboekt en vertekent dus de vergelijking met het vorige kwartaal), steeg het nettoresultaat met 23% ten opzichte van het vorige kwartaal. Dat was te wijten aan het gecombineerde effect van:
• hogere totale opbrengsten (voornamelijk door een hoger trading- en reëlewaarderesultaat, hogere nettoprovisie-inkomsten en overige netto-inkomsten, deels tenietgedaan door lagere nettorente-inkomsten en dividendinkomsten);
• lagere kosten (deels seizoensgebonden);
• iets lagere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• lagere waardeverminderingen.
Tsjechië: het nettoresultaat (207 miljoen euro) was op het eerste gezicht 13% lager dan het resultaat van het vorige kwartaal. Maar als we de bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing laten, daalde het nettoresultaat met slechts 5% tegenover het vorige kwartaal. Dat was te wijten aan het gecombineerde effect van:
• iets lagere totale opbrengsten (voornamelijk door een lager trading- en reëlewaarderesultaat); • lagere kosten;
• min of meer stabiele lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• een nettotoename van waardeverminderingen, tegenover een nettoterugname in het vorige kwartaal.
Internationale Markten: het nettoresultaat van 135 miljoen euro is als volgt verdeeld: 34 miljoen euro in Slowakije, 35 miljoen euro in Hongarije en 66 miljoen euro in Bulgarije. Voor de hele divisie lag het nettoresultaat op het eerste gezicht 23% lager dan dat van het vorige kwartaal. De bank- en verzekeringsheffingen buiten beschouwing gelaten, steeg het nettoresultaat evenwel met 24% tegenover het vorige kwartaal. Dat was te wijten aan het gecombineerde effect van:
• hogere totale opbrengsten (stijging van de verzekeringsinkomsten en overige netto-inkomsten, deels tenietgedaan door een daling van de nettoprovisie-inkomsten);
• lagere kosten;
• hogere lasten uit hoofde van verzekeringsdiensten na herverzekering;
• lagere nettowaardeverminderingen.
Groepscenter: het nettoresultaat (- 77 miljoen euro) lag 292 miljoen euro lager dan het cijfer van het vorige kwartaal, grotendeels te wijten aan veel hogere inkomstenbelastingen aangezien het vorige kwartaal een eenmalig belastingvoordeel van 318 miljoen euro bevatte als gevolg van de liquidatie van Exicon (de overblijvende activiteiten van KBC Bank Ireland).
n et deel ‘ dditional information’ van et wartaalverslag vindt u een volledige resultatentabel. Een korte analyse van de resultaten per divisie vindt u in onze analistenpresentatie op www.kbc.com.
België Tsjechië Internationale Markten
Selectie van ratio’s per divisie 1KW2025 FY2024 1KW2025 FY2024 1KW2025 FY2024
Kosten-inkomstenratio - excl. niet-operationele elementen en bij gelijke spreiding van de bank- en verzekeringsheffingen over het jaar - excl. volledige bank- en verzekeringsheffingen Gecombineerde ratio, niet-levensverzekeringen | 43% 39% | 44% 41% | 43% 42% | 45% 43% | 46% 37% | 46% 38% |
86% | 88% | 81% | 86% | 95%2 | 96%2 | |
Kredietkostenratio1 | 0,07% | 0,19% | 0,13% | -0,09% | 0,05% | -0,08% |
Ratio van impaired kredieten | 1,9% | 2,0% | 1,3% | 1,3% | 1,6% | 1,6% |
1 en negatief ci fer duidt op een terugname van waardeverminderingen met positieve resultaatsinvloed Zie ‘Details of ratios and terms’ in et wartaalverslag 2 Exclusief de windfall bank-en verzekeringsheffingen in Hongarije bedroeg de gecombineerde ratio 93% in FY2024 en 87% in 1KW2025.
Solvabiliteit en liquiditeit
Common equity ratio 14,5%, NSFR 140%, LCR 157%
Eind maart 2025 bedroeg ons totale eigen vermogen 25,2 miljard euro, waarvan 23,3 miljard euro eigen vermogen van de aandeelhouders en 1,9 miljard euro additional tier 1-instrumenten. Het totale eigen vermogen steeg met 0,9 miljard euro ten opzichte van eind 2024. Dat was te wijten aan het gecombineerde effect van: • de opname van de winst over het eerste kwartaal van 2025 (+ 0,5 miljard euro); • hogere herwaarderingsreserves (+ 0,4 miljard euro);
• een aantal kleinere posten.
We hebben deze wijzigingen toegelicht in het deel Consolidated financial statements van het kwartaalverslag, onder Consolidated statement of changes in equity.
In het eerste kwartaal van 2025 stegen de risicogewogen activa met 4,8 miljard euro ten opzichte van het vorige kwartaal tot 124,8 miljard euro, voornamelijk door de toepassing van Bazel IV (zie verder) en volumegroei.
Onze solvabiliteitspositie bleef sterk, zoals blijkt uit een unfloored fully loaded common equity ratio (CET1) van 14,5% volgens
Bazel IV op 31 maart 2025, tegenover 15,0% volgens Bazel III eind 2024 (wat overeenkomt met 14,6% volgens
Bazel IV). De solvabiliteitsratio van KBC Verzekeringen volgens het Solvency II-kader bedroeg 210% eind maart 2025, tegenover 200% eind 2024. Voor meer details over de solvabiliteit, zie Solvency in het deel 'Additional information' van het kwartaalverslag.
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders van 30 april 2025 keurde een totaal brutodividend goed van 4,85 euro per aandeel voor het boekjaar 2024, waarbij een interim-dividend van 1,0 euro en een buitengewoon dividend van 0,70 euro al werden uitbetaald in 2024, en de resterende 3,15 euro per aandeel werd uitbetaald op 8 mei 2025. Het geactualiseerde dividendbeleid en kapitaalaanwendingsbeleid wordt uitgelegd in het deel 'Onze verwachtingen' van dit verslag.
Ook onze liquiditeitspositie bleef uitstekend, wat zich uit in een LCR-ratio van 157% en een NSFR-ratio van 140%, tegenover respectievelijk 158% en 139% eind 2024, telkens ruim boven de wettelijke minima van 100%.
ESG-ontwikkelingen, risicoverklaring en economische visie
ESG-ontwikkelingen
KBC blijft, in partnership met zijn klanten, werknemers en andere stakeholders, belangrijke stappen zetten in het duurzaamheidstraject dat het jaren geleden gestart is.
We delen op een transparante en consistente wijze duurzaamheidsinformatie en vanaf dit jaar doen we dat enerzijds in een speciale Duurzaamheidsverklaring in ons jaarverslag en anderzijds in ons vrijwillige Duurzaamheidsverslag. Beide zijn beschikbaar opwww.kbc.com.
We zijn er trots op dat de geboekte vooruitgang opnieuw wordt erkend door internationaal gerenommeerde duurzaamheidsorganisaties en ratingbureaus zoals CDP, Sustainalytics, MSCI en S&P Dow Jones Indices.
Risicoverklaring
Omdat we hoofdzakelijk actief zijn als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, zijn we blootgesteld aan een aantal typische risico’s voor die financi le sectoren, zoals – maar zeker niet uitsluitend – kredietrisico, kredietrisico van tegenpartijen, concentratierisico, interestrisico, muntrisico, marktrisico, liquiditeits- en financieringsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, wijzigingen in de regelgeving, operationeel risico, betwistingen van klanten, concurrentie van andere en nieuwe spelers en de economie in het algemeen. Hoewel KBC al die risico's nauwlettend opvolgt en beheert binnen een strikt risicokader, kunnen ze toch een negatieve invloed hebben op de waarde van activa of bijkomende kosten genereren boven de verwachte niveaus.
Momenteel wordt een aantal factoren als de belangrijkste uitdagingen beschouwd voor de financiële sector. Die factoren komen vooral voort uit geopolitieke risico's die de afgelopen jaren aanzienlijk zijn toegenomen (waaronder de oorlog in Oekraïne, conflicten in het Midden-Oosten en handelsoorlogen als gevolg van het Amerikaanse tariefbeleid). Deze risico's resulteren of kunnen resulteren in schokken voor het wereldwijde economische systeem (bv. bbp en inflatie) en de financiële markten (inclusief rentetarieven). Ook de Europese economieën, waaronder de thuismarkten van KBC, worden beïnvloed en dat creëert een onzeker bedrijfsklimaat, ook voor financiële instellingen. De onzekerheid over de regelgeving en compliancerisico's (met betrekking tot de kapitaalvereisten, de antiwitwasregelgeving, GDPR en ESG/duurzaamheid) blijven eveneens een overheersend thema in de sector, evenals een betere bescherming van de consument. Digitalisering (met technologie en AI als katalysator) creëert zowel kansen als bedreigingen voor het businessmodel van traditionele financiële instellingen, terwijl klimaat- en milieugerelateerde risico's hand over hand toenemen. Het cyberrisico is de voorbije jaren een belangrijke bedreiging geworden, niet alleen voor de financiële sector, maar voor de economie in haar geheel. De oorlog in Oekraïne en geopolitieke spanningen in het algemeen hebben wereldwijd geleid tot een toename van het aantal cyberaanvallen. Ten slotte zagen we regeringen in heel Europa aanvullende maatregelen nemen om hun begrotingen te ondersteunen (via hogere belastingbijdragen van de financiële sector) en ook hun burgers en bedrijven (door bijvoorbeeld renteplafonds op leningen in te voeren of aan te dringen op hogere rentes op spaarrekeningen).
We verstrekken informatie met betrekking tot het risicobeheer in ons jaarverslag, onze kwartaalverslagen en risk reports, die allemaal beschikbaar zijn op www.kbc.com.
Onze kijk op economische groei
De economische activiteit in de VS daalde met 0,1% (niet-geannualiseerd) in het eerste kwartaal van 2025, tegenover een positieve groei van 0,6% in het laatste kwartaal van 2024. De daling was vooral te wijten aan een sterke toename van de invoer omdat bedrijven anticipeerden op de verwachte verhoging van de invoertarieven. Als gevolg van het recente economische beleid in de VS, en in het bijzonder de invoertarieven, zal de groei in de VS de komende kwartalen naar verwachting gematigd en mogelijk zelfs negatief zijn.
De groei in de eurozone bedroeg in het eerste kwartaal 0,4%, na 0,2% in het vierde kwartaal van 2024. De exportgroei versterkte in het vooruitzicht van de aangekondigde tarieven. De verwerkende industrie vertoont voorzichtige tekenen van uitbodeming, maar het verwachte herstel in de dienstensector is (voorlopig) uitgebleven. De onzekerheid over het economische beleid en het handelsconflict zullen waarschijnlijk zorgen voor een lage economische groei in de eurozone in de komende kwartalen. De groeivooruitzichten op middellange termijn verbeteren door de verwachte defensie-uitgaven en infrastructuurinvesteringen.
De kwartaal-op-kwartaalgroei in België bedroeg 0,4% in het eerste kwartaal, wat duidt op een versterking van de groeidynamiek ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De relatief sterke binnenlandse vraag woog nog altijd zwaarder dan de negatieve bijdrage aan de groei van de netto-uitvoer. Voor de volgende kwartalen verwachten we dat de groei min of meer zal overeenstemmen met die van de eurozone.
De Tsjechische economie groeide in het eerste kwartaal met 0,5%, tegenover 0,7% in het vierde kwartaal van 2024. Dit werd ondersteund door de particuliere consumptie, tegen de achtergrond van een zwak en vertraagd industrieel herstel. De Hongaarse economische activiteit kromp in het eerste kwartaal met 0,2% als gevolg van de zwakte in de industriële sector. Volgens onze schattingen was de groei in Bulgarije en Slowakije in het eerste kwartaal nog relatief veerkrachtig met respectievelijk 0,4% en 0,3%.
Het grootste risico voor onze kortetermijnvooruitzichten voor de Europese groei is een verdere escalatie van het huidige wereldwijde handelsconflict. Meer specifiek wordt onzekerheid veroorzaakt door het vooruitzicht van verdere beleidsmaatregelen van de VS, de reactie van de EU hierop en de mogelijke verschuiving van Chinese exportgoederen van de Amerikaanse markt naar de EU.
Onze kijk op rentevoeten en wisselkoersen
In de eurozone bleef de inflatie in april onveranderd op 2,2%, onder invloed van de negatieve vraagschok veroorzaakt door de handelstarieven opgelegd door de VS, lagere energieprijzen en de sterke wisselkoers van de euro. Die desinflatoire druk zal de komende maanden wellicht aanhouden. In de VS bedroeg de inflatie in maart 2,4% en deze zal in de loop van 2025 waarschijnlijk stijgen als gevolg van de invoertarieven die de regering er heeft opgelegd.
De ECB zette haar versoepelingscyclus voort en verlaagde haar depositorente in januari, maart en april 2025 tot het huidige niveau van 2,25%. Verwacht wordt dat ze haar beleidsrente nog verder zal verlagen.
De Fed pauzeerde zijn versoepelingscyclus in het eerste kwartaal door de economische onzekerheid. Terwijl de Fed zijn groeivooruitzichten heeft verlaagd vanwege de opgelegde handelstarieven, verhoogde hij zijn inflatieverwachtingen vanwege de impact die deze tarieven waarschijnlijk zullen hebben op de inflatie. Per saldo wordt nu verwacht dat de Fed zijn pauze in het tweede kwartaal zal handhaven. Als zijn beoordeling van de impact van het Amerikaanse economische beleid dat toelaat, zal de Fed zijn voorzichtige versoepeling in de tweede helft van 2025 hervatten.
Sinds het begin van het eerste kwartaal is er een divergentie tussen de rente op tienjaarsobligaties in de VS en Duitsland. Dat is vooral te wijten aan twee elementen. Ten eerste werd in het Duitse parlement een enorm uitgavenpakket goedgekeurd voor defensie en infrastructuurinvesteringen. Ook op EU-niveau werden plannen aangekondigd voor hogere defensie-uitgaven. Door het gewijzigde Duitse begrotingsbeleid steeg de rente op Duitse tienjaarse obligaties begin maart even heel sterk (om vervolgens weer af te nemen). Door deze stijging daalde de spread tussen de Amerikaanse en Duitse tienjaarsrente tot ongeveer 140 basispunten, komende van ruim boven 200 basispunten aan het begin van het eerste kwartaal. Daarna leidde de aankondiging van zogenaamde wederkerige tarieven door de VS op 2 april tot een scherpe stijging van de Amerikaanse tienjaarsrente, waardoor de Amerikaans-Duitse spread weer toenam tot ongeveer 180 basispunten midden mei. De stijging van de Amerikaanse obligatierente werd aanvankelijk gedreven door hogere inflatieverwachtingen en de verwachting van de markten over het toekomstige monetaire beleid van de Fed. In een tweede fase weerspiegelde de stijging geleidelijk ook een meer algemene risicoaversie tegenover Amerikaanse activa. Dat kwam tot uiting in de scherpe depreciatie van de Amerikaanse dollar in april.
De Tsjechische nationale bank (CNB) verlaagde haar beleidsrente in februari en mei 2025 met telkens 25 basispunten tot het huidige niveau van 3,50%. Naar verwachting zal de CNB haar beleidsrente gematigd verder verlagen. Sinds het begin van het eerste kwartaal is de Tsjechische kroon over het algemeen licht gestegen door de zwakke Amerikaanse dollar en lagere energieprijzen. Verwacht wordt dat de kroon de komende kwartalen min of meer stabiel zal blijven.
De Hongaarse centrale bank liet haar beleidsrente in het eerste kwartaal ongewijzigd op 6,5% en zal naar verwachting ook in het tweede kwartaal een pauze inlassen. De forint is het grootste deel van het eerste kwartaal in waarde gestegen ten opzichte van de euro. Na de aankondiging van de wederkerige Amerikaanse tarieven op 2 april begon de forint echter te depreciëren ten opzichte van de euro.
Onze verwachtingen
Verwachtingen voor het boekjaar 2025 (zoals gepubliceerd bij de FY2024 resultaten)
• Totale opbrengsten: minstens + 5,5% jaar-op-jaar.
• Nettorente-inkomsten: minstens 5,7 miljard euro, ondersteund door een organische groei van het kredietvolume met ongeveer
4% (gebaseerd op volgende assumpties: (i) markt forward rates van begin februari, (ii) geen speculatie op potentiële maatregelen door eender welke overheid en (iii) conservatieve pass-through rates op spaarrekeningen).
• Verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering): minstens + 7% jaar-op-jaar.
• Exploitatiekosten (exclusief bank- en verzekeringsheffingen): minder dan + 2,5% jaar-op-jaar (onder de full-year 2024 groei zonder Ierland van +2,7%).
• Gecombineerde ratio: minder dan 91%.
• Kredietkostenratio: ruim onder de kredietkostenratio over de hele cyclus van 25-30 basispunten.
Verwachtingen op middellange en lange termijn (zoals gepubliceerd bij de FY2024 resultaten)
• CAGR totale opbrengsten (2024-2027): minstens + 6%.
• CAGR nettorente-inkomsten (2024-2027): minstens + 5% (gebaseerd op volgende assumpties: (i) markt forward rates van begin februari, (ii) geen speculatie op potentiële maatregelen door eender welke overheid en (iii) conservatieve pass-through rates op spaarrekeningen).
• CAGR verzekeringsinkomsten (vóór afgestane herverzekering): minstens + 7%.
• CAGR exploitatiekosten (exclusief bank- en verzekeringsheffingen) (2024-2027): minder dan + 3%.
• Gecombineerde ratio: minder dan 91%.
• Kredietkostenratio: ruim onder de kredietkostenratio over de hele cyclus van 25-30 basispunten.
Bazel IV (geactualiseerd)
In de aanloop naar het Bazel IV-tijdperk en uitgaande van een statische balans en alle andere parameters ceteris paribus, zonder beperkende maatregelen:
• rapporteert KBC op 1 januari 2025 een first-time application impact van + 0,9 miljard euro in risicogewogen activa (+ 1,0 miljard euro voorheen);
• verwacht KBC tegen 1 januari 2033, een verdere impact van + 4,2 miljard euro in risicogewogen activa (+ 7,5 miljard euro voorheen);
wat zal resulteren in een fully loaded impact van + 5,1 miljard euro in risicogewogen activa (+ 8,5 miljard euro voorheen).
Dividend- en kapitaaluitkeringsbeleid (geactualiseerd)
• Dividendbeleid vanaf 2025:
o uitkeringsratio (inclusief AT1-coupon) tussen 50% en 65% van de geconsolideerde winst van het boekjaar; o een interim-dividend van 1 euro per aandeel in november van elk boekjaar als voorschot op het totale dividend.
• Kapitaalaanwendingsbeleid vanaf 2025:
o We streven ernaar bij de beter gekapitaliseerde financiële instellingen in Europa te blijven behoren. o Elk jaar zal de Raad van Bestuur bij de bekendmaking van de jaarresultaten naar eigen discretie een beslissing nemen over de aanwending van kapitaal. De focus zal voornamelijk liggen op verdere organische groei en fusies en overnames. o We beschouwen een unfloored fully loaded common equity ratio van 13% als het minimum. o We zullen de AT1- en tier 2-buckets binnen de P2R opvullen en SRT's gaan gebruiken (als onderdeel van een programma om de risicogewogen activa te optimaliseren).
Agenda en referenties
Agenda | Resultaten 2KW2025: 7 augustus 2025 Resultaten 3KW2025: 13 november 2025 Overige: www.kbc.com / Investor Relations / Financial calendar |
Meer informatie over het kwartaal | Kwartaalverslag: www.kbc.com / Investor Relations / Rapporten Bedrijfspresentatie: www.kbc.com/ Investor Relations / Presentaties |
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Investor Relations, KBC-groep
E-mail: IR4U@kbc.be
Katleen Dewaele, directeur Corporate communicatie/woordvoerster KBC-groep Tel +32 475 78 08 66- E-Mail: pressofficekbc@kbc.be
* Dit nieuwsbericht bevat informatie waarop de Europese transparantieregelgeving voor beursgenoteerde bedrijven van toepassing is. | ||
KBC Groep NV Havenlaan 2 – 1080 Brussel Katleen Dewaele Directeur Corporate communicatie/ Woordvoerster Tel. +32 475 78 08 66 |
Persdienst Tel. 02 429 29 15 Ilse De Muyer Tel. 02 429 32 88 Pieter Kussé Tel. 02 429 85 44 Sofie Spiessens Tel. 02 429 29 49 Tomas Meyers pressofficekbc@kbc.be
| KBC-persberichten zijn beschikbaar op www.kbc.com Volg ons op https://x.com/kbc_group
|